Banner afbeelding Inrichting werkruimten

Veelgestelde vragen

Inrichting werkruimten

  • Zijn kleedsluizen noodzakelijk op ML-I-niveau?
  • Hoe en waar worden de labjassen omgewisseld?
  • Moeten de wanden van een ML-I -en ML-II-lab tot aan het plafond waterafstotend zijn?
  • Mag men in een ML-I-lab luxaflex ophangen?
  • Wat is de ventilatievoud (4 of 5) voor ML-I -en ML-II-labs?
  • Wanneer (bij gebruik van welke biologische-agentiaklassen) moet een biohazard downflowkast type II een luchtafvoer naar buiten bezitten met het oog op het vrijkomen van voor de mens gevaarlijke toxines in de vijfvoudig geventileerde labruimte?
  • Moeten we in de praktijk nog een onderscheid maken tussen ML-I en ML-II ? Wat zijn standaardeisen voor ML-II en wat is optioneel (gewenst)?
  • Onderzoekers hier hebben belangstelling voor werken met genetisch gemodificeerde Caenorhabditis elegans, een minuscuul wormpje dat zich voedt met micro-organismen. Volstaat een standaard ML-I-lab hiervoor?
  • Neen. Zie de inrichtingsvoorschriften voor dit niveau in de Regeling GGO.

  • In werkruimten zonder kleedsluis of voorruimte, moet werkkleding in de werkruimte worden achtergelaten. In werkruimten met een sluis of voorruimte blijft gebruikte werkkleding in deze ruimten achter. Wanneer dergelijke ruimten verdeeld zijn in een schone en een vuile zijde, dan blijft gebruikte werkkleding aan de vuile zijde. Persoonlijke kleding en schone werkkleding (voorraad) blijft aan de schone zijde.

  • De inrichtingsvoorschriften voor deze niveaus in de Regeling GGO laten zich daarover niet uit. De wanden moeten goed reinigbaar en ontsmetbaar zijn, wat niet gelijk staat met waterafstotend. Over een eventuele hoogtebeperking wordt niet gesproken. Wij adviseren een uniforme uitvoering van vloer tot plafond, zeker bij nieuwbouw, omdat de meerkosten zeer gering zijn. Er zijn situaties denkbaar (bijv. aanpassing van bestaande werkruimten), waarin niet de gehele wand gelijk is uitgevoerd. De te vereisen hoogte hangt dan af van de aard van de werkzaamheden (soort micro-organisme [overlevingskans, overdrachtsroute], te bewerken volumes, aard van de technologie [apparatuur onder overdruk]).

  • Ja. Maar zonweringen van horizontale lamellen zijn stofnesten en zijn daarom vanuit het oogpunt van arbeidshygiëne in een lab niet aan te bevelen.

  • Voor deze inperkingniveaus gelden de richtlijnen voor laboratoria in het algemeen (zie richtlijnen AI-blad 18, blz. 23: vijfvoudig is in het algemeen voldoende).

  • Hierover bestaan geen richtlijnen, omdat alle agentia (ongeacht hun risicogroep) in principe de HEPA-filters niet passeren. De beslissing voor afvoer naar buiten of niet hangt daarom af van de eventuele gevolgen van het falen van de uitstootfilters. Over de stelling dat kasten met een enkelvoudig uitstootfilter altijd naar buiten moeten afvoeren zijn de meningen verdeeld. Bij activiteiten met aerogeen overdraagbare ziekteverwekkers is bij zulke kasten in elk geval afvoer naar buiten gewenst of gebruik van kasten met dubbele uitstootfilters. Afhankelijk van de aard van het agens (bijv. ernstige gevolgen, lage besmettelijke dosis, geen therapie of therapie met ernstige bijwerkingen) kan zelfs bij dubbele uitstootfilters afvoer naar buiten gewenst zijn. Afvoer naar buiten vergemakkelijkt in elk geval de uitgasprocedure.

    Bij gebruik van toxines is een luchtafvoer naar buiten vereist.

  • De meerkosten voor een ML-II-uitvoering zijn (zeker bij nieuwbouw) nihil. Met het oog op flexibele inzet van de werkruimten is bouwkundige uitvoering op ML-II-niveau veelal de beste keus.

  • Een standaard ML-I-lab volstaat hiervoor. Besteed wel aandacht aan het voorkomen van verspreiding via het riool.